Inkomstenbelasting voor ondernemers

De aangifte inkomstenbelasting voor ondernemers kan worden verdeeld in drie bronnen van inkomsten. Ten eerste loon uit dienstbetrekking. Deze bron van inkomen geldt normaal gesproken voor mensen die middels een contract in dienst zijn van een bedrijf. Toch komt dit ook in enkele gevallen voor bij ondernemers. Als tweede is er resultaat uit overige werkzaamheden. Dit zijn inkomsten uit bijverdiensten. Maar verreweg de meeste ondernemers vallen onder de laatste bron van inkomen, winst uit onderneming. 

Criteria ondernemer voor de inkomstenbelasting

Als u ondernemer bent voor de inkomstenbelasting moet u uw winst vermelden in de aangifte. De winst uit onderneming is onderdeel van uw inkomen uit box 1: werk en woning. Maar om als ondernemer voor de inkomstenbelasting te kwalificeren moet u aan enkele criteria voldoen. 
    • U dient minimaal 50% van uw werkbare uren te besteden aan uw onderneming
    • U dient per jaar minimaal 1225 uur te besteden aan uw onderneming. Dit houdt ook in dat u recht heeft op onder andere de zelfstandigenaftrek en startersaftrek.
    • U presenteert uzelf als zelfstandig bedrijf
    • U dient voor meerdere opdrachtgevers per jaar een opdracht uit te voeren
    • U mag geen gezagsverhouding met uw opdrachtgevers aangaan
    • U maakt winst
    • U loopt ondernemersrisico
    • U beschikt over voldoende kapitaal

Soorten inkomstenbelasting

Belasting box 1: werk en woning

In box 1 betaalt u belasting over het belastbare inkomen uit werk en woning. Onder inkomsten uit werk worden bijvoorbeeld loon, een uitkering, pensioen en inkomsten als freelancer verstaan. Ook winst uit onderneming vindt u terug in deze box. Dit is dus van belang voor de ondernemer. Onder inkomsten uit uw woning wordt het eigenwoningforfait verstaan. Het tarief voor box 1 is onderverdeeld in vier schijven met oplopende tarieven. Er bestaan enkele kosten die van het inkomen uit werk en woning mogen worden afgetrokken, bijvoorbeeld de persoonsgebonden aftrek. De belasting wordt berekend over het bedrag dat overblijft. Hier worden vervolgens nog heffingskortingen van af getrokken. Het bedrag dat hier na overblijft, is het bedrag aan belasting dat u betaalt. 

Belasting box 2: aanmerkelijk belang

In box 2 betaalt u belasting over het inkomen uit aanmerkelijk belang. U heeft inkomen uit aanmerkelijk belang wanneer u minimaal 5% van de aandelen,opties of winstbewijzen van een vennootschap bezit of wanneer u dit samen met uw fiscale partner bezit. 

Belasting box 3: sparen en beleggen

In box 3 betaalt u belasting over het inkomen uit uw vermogen. Het vermogen bestaat uit de waarde van alle bezittingen minus alle schulden. Over een deel van het inkomen uit uw vermogen betaalt u geen belasting. Dit gedeelte wordt het heffingsvrije vermogen genoemd. Voorbeelden van vermogen zijn spaargeld, een tweede woning en aandelen.

Aftrekposten

Zoals eerder genoemd zijn er enkele aftrekposten die van het inkomen af mogen worden getrokken. Hierdoor betaalt u minder inkomstenbelasting. Een van deze aftrekposten is de hypotheekrenteaftrek. Wanneer u over een eigen woning beschikt mag u bepaalde kosten van uw inkomen uit werk en woning aftrekken. Daarnaast bestaat er de persoonsgebonden aftrek. Hieronder vallen extra uitgaven door persoonlijke omstandigheden. Dit zijn bijvoorbeeld giften, studiekosten en specifieke zorgkosten. Onder de derde aftrekpost vallen reiskosten voor openbaar vervoer. Wanneer u met het openbaar vervoer naar uw werk reist, mag u onder bepaalde voorwaarden een vast bedrag van uw inkomen aftrekken. Een laatste aftrekpost is lijfrente. Wanneer u een lijfrenteproduct heeft mag u betaalde lijfrentepremies aftrekken.

Aftrekposten ondernemer

Als ondernemer mag u nog een aantal andere fiscale aftrekposten van uw winst uit onderneming in box 1 aftrekken. Om deze fiscale aftrekposten van uw winst uit onderneming af te trekken, moet u wel voldoen aan de criteria van een ondernemer voor de inkomstenbelasting en aan het urencriterium. Wanneer u aan de criteria voldoet mag u de volgende aftrekposten aftrekken: de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek, de MKB-winstvrijstelling en eventueel reservering voor de Fiscale Oudedagsreserve (FOR). 

Bekijk alle Administratie